Hoofdstuk 5 Meteorologie en klimaat
Voor de meteorologische beschrijving is uitgegaan van de uurgegevens van het KNMI voor de stations Wilhelminadorp en Vlissingen (https://www.knmi.nl/nederland-nu/klimatologie/uurgegevens).
5.1 Luchttemperatuur
De luchttemperatuur is hier gepresenteerd als daggemiddelden voor station Vlissingen. Dit is het dichtstbijzijnde KNMI station met een tijdreeks die minstens vanaf 1970 loopt.
Figuur 5.1 toont zomergemiddelden over de daggemiddelde, dagminimun en dagmaximum temperaturen. Tot ongeveer 1970 is de temperatuur ongeveer gelijk gebleven. Op het oog is vanaf 1970 een toename te zien van 12 graden in 1970 tot 14 graden in recente jaren. Deze trend is ook waarneembaar bij de wintertemperatuur (figuur 5.2) en komt grofweg overeen met een analyse van de temperatuur in Nederland door het KNMI (klimaatverandering uitleg KNMI)
Figuur 5.1: Gemiddelde, hoogste, en laagste daggemiddelde zomertemperatuur per jaar bij Vlissingen.
Figuur 5.2: Gemiddelde daggemiddelde wintertemperatuur bij Vlissingen.
5.2 Wind (incl. stormen (kracht, frequentie, trend))
Meteo data zijn verkregen via het KNMI (http://www.knmi.nl). Data (10 minuten reeksen) van de stations Hoek van Holland en Oosterschelde zijn gecombineerd.
De windrichting van de wind is overwegend zuid-zuidwest geweest. De verdeling van windsterkte per richting is te zien in figuur 5.3. Deze richting staat ongeveer haaks op de lange as van het Grevelingenmeer, waardoor de strijklengte vaak relatief kort is. Een kortere strijklengte leidt tot minder hoge golven en minder verticale menging.
Figuur 5.3: Windroos voor daggemiddelde windrichting en sterkte, voor gecombineerde data van Hoek van Holland en Vlissingen over de periode 2000 - heden
Een heatmap grafiek over maandgemiddelde windsnelheden, uitgezet tegen jaren en maanden is te zien in figuur 5.4. Hierin is zowel de lange termijn variatie te zien (horizontaal) als de seizoensvariatie (verticaal). Over het geheel gesproken bevestigt dit het beeld dat de windsnelheid in de wintermaanden hoger is dan in de zomer. Er lijkt geen structurele trend in de tijd te zijn wat betreft gemiddelde windsnelheid of de variatie per seizoen.
Figuur 5.4: Variatie van windsnelheden over de lange termijn (horizontaal) en over het jaar (verticaal) over de periode 1998 - 2018. Grijze vlakken zijn maanden zonder data.
Wanneer de windkracht meer dan 9 beaufort is spreken we van een storm. In de onderstaande grafiek (figuur 5.5) zijn het aantal stormdagen per jaar weergegeven op basis van het station Vlissingen en Hoek van Holland.
Figuur 5.5: Stormdagen per jaar. Grijze kolommen duiden op een incomplete meetreeks voor het betreffende jaar.
5.3 Zoninstraling
De variatie van zoninstraling over de jaren en seizoenen is zichtbaar in figuur 5.6
Figuur 5.6: Variatie van instraling over de lange termijn (horizontaal) en over het jaar (verticaal) vanaf 2000 in J/cm2.
Figuur 5.7: Variatie van instraling over de lange termijn (horizontaal) en over het jaar (verticaal) vanaf 2000.
5.4 Neerslag en verdamping (neerslagoverschot)
Figuur 5.8: Variatie van maandgemiddelde neerslag (som etmaal) over de lange termijn (horizontaal) en over het jaar (verticaal) vanaf 2000 in. Het station dat aangegeven wordt als Wilhelminadorp2 is KNMI station met code 749.
Figuur 5.9: Variatie van verdamping (Referentiegewasverdamping (Makkink)) over de lange termijn (horizontaal) en over het jaar (verticaal) vanaf 2000 in mm per dag.