Hoofdstuk 2 Inleiding
Rijkswaterstaat Zee en Delta is verantwoordelijk voor de waterveiligheid, waterkwantiteit, waterkwaliteit, peilbeheer en het nautisch beheer in de Oosterschelde (OS). Rijkswaterstaat beheert en onderhoudt de Oosterscheldekering, de grootste stormvloedkering van Nederland sinds 1986 en de overige compartimenteringsdammen (Grevelingendam, Philipsdam, Oesterdam en Bathse Spuisluis) die de OS afsluiten van de rest van de wateren. Om deze rol verantwoord te kunnen uitvoeren is systeemkennis van de OS door middel van periodieke systeemrapportages noodzakelijk.
In 1997 bracht Rijkswaterstaat het eerste zogenoemde bekkenrapport van de Oosterschelde uit: ‘De Oosterschelde van estuarium naar zeearm’ (Van Berchum & Wattel, 1997). Dit rapport had als doel de toestand en de ontwikkelingen in de OS te toetsen aan de gekozen beheers- en beleidsdoelstellingen. Hierin zijn de belangrijkste ontwikkelingen beschreven van de periode 1991 tot en met 1995 op gebied van morfologie, waterhuishouding, chemie en biologie, inclusief menselijk gebruik.
Zeven jaar later (2004) is het tweede bekkenrapport verschenen: ‘Verlopend tij- Oosterschelde een veranderend natuurmonument’ (AJM Geurts van Kessel, 2004) dat voornamelijk gericht was op het schetsen van de ecologische effecten van de ‘zandhonger’ . Daarnaast was ook het doel de knelpunten in beeld te brengen in relatie tot de wettelijke- en beleidsdoelstellingen.
Het voorliggend document is ingegeven door een brede behoefte, zowel intern als extern Rijkswaterstaat, nl. periodiek rapportages per watersysteem op te stellen om de toestand en ontwikkelingen in het systeem zo integraal en uitgebreid mogelijk te beschrijven ten behoeve van een beter en adequaat beheer. Het verschil met de vorige systeemrapportages is dat dit document alléén in digitale vorm zal verschijnen en met enige regelmaat ge-update zal worden zodra nieuwe meetgegevens beschikbaar zijn. Daarnaast is het streven de langjarige ontwikkelingen per thema zo veel mogelijk te verklaren om oorzaak gevolg relaties te achterhalen; dit laatste is een volgende stap voor later.
2.1 Aanleiding
In het beheerplan Rijkswateren is vastgelegd voor welke functies RWS beheer voert en op welke wijze daar invulling aan wordt gegeven. De Waterwet, Europese richtlijnen en andere (internationale) regelgeving en verdragen vormen de belangrijke kaders. Voor de Oosterschelde zijn dat o.a. de Waterwet, KRW en Natura2000, zwemwater en schelpdierwater. Uit dat wettelijk kader zijn specifieke gebiedseigen doelstellingen geformuleerd waar voor handhaving RWS (mede) verantwoordelijk is. Om die verantwoordelijkheid invulling te geven monitort RWS op indicatoren en parameters. Dat gebeurt binnen het Monitoring Waterstaatkundige Toestand des Lands volgens vastgestelde inwinning, frequentie en rapportage. In principe is alle toestand en trenddata, statusrapporten afgeleide analyses ontsloten op het internet (vooral waterinfo.nl), maar de ontsluiting van deze omvangrijke en waardevolle dataset is door vorm, opbouw en taalgebruik in de praktijk alleen toegankelijk voor specialisten. Dat leidt er toe dat beheerbeslissingen mogelijk op niet volledige informatie worden genomen en de waardevolle data suboptimaal wordt gebruikt en de data maar met moeite is ontsloten voor onze relevante stakeholders. Daarom werd in 2017 het idee geboren om de meest gewenste datasets op een laagdrempelige manier te ontsluiten en bij te houden waarmee ze bereikbaar worden voor elke geïnteresseerde collega en stakeholder. Omdat elk bekken z’n eigen karakteristieken heeft met een eigen informatiebehoefte wordt voor elk bekken apart een WSR opgesteld.
2.2 Doelstellingen
Het doel van deze systeemrapportage is een zo goed en integraal mogelijk beeld te schetsen van de toestand en trends van een brede scala aan parameters op gebied van waterkwaliteit, morfologie, en ecologie in de OS. Het leggen van verbanden tussen de verschillende parameters en het achterhalen van oorzaak-gevolg relaties tbv een beter begrip van het functioneren van het systeem, is eveneens een belangrijke doelstelling dat later in de tijd gerealiseerd zal worden.
Voor deze rapportage zijn voornamelijk meetgegevens gebruikt die in het kader van MWTL/KRW monitoring zijn verzameld door RWS WVL.
2.3 Afbakening (ruimtelijk en temporeel)
De Oosterschelde wordt naar het westen begrensd door de stormvloedkering en naar het oosten door de Oesterdam. Naar het noorden en het zuiden wordt de grens bepaald door de binnendijkse voet van de dijken. Daarnaast worden aanliggende gebieden achter de dijk zoals inlagen aan de noordkant die van invloed zijn op de ontwikkelingen van de OS meegenomen in de rapportage mits er meetgegevens beschikbaar zijn. De systeemrapportage beschouwt de gehele Oosterschelde inclusief het buitendijkse terrestrische gedeelte en het door kwel beïnvloed achterland binnendijks. Deze eerste versie van 2021 beschouwt allen de buitendijkse Oosterschelde
Als uitgangspunt worden datasets getoond van na de ingebruikname van de kering (1987) en de eerste evaluatie (veilig getij, 1991). Als data tot ver terug beschikbaar is, wordt startjaar 1990 gehanteerd.
2.4 Organisatie, deelnemende partijen, onderhoud door kenniscommunity
Dit rapport wordt als een eerste proeve beschouwd van de WSR. Deze versie is opgesteld door Rijkswaterstaat (tevens opdrachtgever) en Deltares met medewerking van Wageningen Marine Research. Het blijft uitdrukkelijk de ambitie om het rapport in de toekomst te verrijken met datasets van partners uit de kenniscommunity Oosterschelde.