4 Meteorologie en klimaat

Voor de meteorologische beschrijving is uitgegaan van de uurgegevens van het KNMI voor de stations Wilhelminadorp en Vlissingen (https://www.knmi.nl/nederland-nu/klimatologie/uurgegevens).

4.1 Luchttemperatuur

De temperatuurtrends zijn apart bepaald voor de zomer- en winterperiode. De zomerperiode is gedefinieerd van 1 maart - 31 oktober.

De gemiddelde temperatuur in de zomerperiode in zuid-west Nederland is van 1970 tot nu toegenomen van ongeveer 12.5 oC begin 70er jaren tot ruim 14 oC in de laatste 10 jaar. De stijging is nog duidelijker te zien in de jaarlijks optredende maximum temperatuur in de zomerperiode 2020(bovenkant van de roze band in figuur 4.1). De maximum temperatuur in de zomerperiode is in dezelfde periode gestegen van 22 tot 25 oC.

Zomergemiddelde (maart - oktober) van de daggemiddelde luchttemperatuur bij het Veerse Meer (stations Vlissingen en Wilhelminadorp) met minima en maxima.

Figuur 4.1: Zomergemiddelde (maart - oktober) van de daggemiddelde luchttemperatuur bij het Veerse Meer (stations Vlissingen en Wilhelminadorp) met minima en maxima.

De gemiddelde temperatuur in de winterperiode lijkt in deze periode ook iets gestegen, maar dit is minder duidelijk. Wel is de maximum temperatuur bijvoorbeeld na 2000 een paar keer rond de 15 Oc geweest, iets dat in de 30 jaar voor 2000 niet voorkwam. Desondanks was 2010 een gemiddeld koude winter, net als 1996, en 1985 - 1987.

Wintergemiddelde (november - februari) van de daggemiddelde luchttemperatuur bij het Veerse Meer (stations Vlissingen en Wilhelminadorp) met minima en maxima.

Figuur 4.2: Wintergemiddelde (november - februari) van de daggemiddelde luchttemperatuur bij het Veerse Meer (stations Vlissingen en Wilhelminadorp) met minima en maxima.

4.2 Wind

De meteo gegevens zijn verkregen via het KNMI. De daggemiddelden van de stations Vlissingen en Wilhelminadorp zijn gecombineerd.

De richting van de wind is over de periode 2000 tot en met 2020 is overwegend zuid-zuidwest geweest. De verdeling van windsterkte per richting is te zien in figuur 4.3

Windroos voor daggemiddelde windrichting en sterkte, voor gecombineerde data van Wilhelminadorp en Vlissingen over de periode 2000 - 2020. Windroos voor daggemiddelde windrichting en sterkte, voor gecombineerde data van Wilhelminadorp en Vlissingen over de periode 2000 - 2020.

Figuur 4.3: Windroos voor daggemiddelde windrichting en sterkte, voor gecombineerde data van Wilhelminadorp en Vlissingen over de periode 2000 - 2020.

De windsnelheid per jaar en seizoen laat zien dat er in de winter over het algmeen meer wind is (figuur 4.4). Deze figuur toont ook de variatie in maandgemiddelde windsnelheid over de jaren en seizoenen . Jaren met hoge maandgemiddelde in het voorjaar zijn 2002, 2008, 2014. Hoge maandgemiddelde wind in de herfst trad op in 2015.

Variatie van windsnelheden over de lange termijn (horizontaal) en over het jaar (verticaal) over de periode 2000 - 2020

Figuur 4.4: Variatie van windsnelheden over de lange termijn (horizontaal) en over het jaar (verticaal) over de periode 2000 - 2020

Wanneer de windkracht 9 beaufort of meer is spreken we van een storm. In de onderstaande grafiek (figuur 4.5) zijn het aantal stormdagen per jaar weergegeven op basis van het in station Vlissingen.

Stormdagen per jaar. Grijze kolommen duiden op een incomplete meetreeks voor het betreffende jaar.

Figuur 4.5: Stormdagen per jaar. Grijze kolommen duiden op een incomplete meetreeks voor het betreffende jaar.

4.3 Zoninstraling

De variatie van zoninstraling over de jaren en seizoenen is zichtbaar in figuur 4.6.

Variatie van instraling over de lange termijn (horizontaal) en over het jaar (verticaal) vanaf 2000 in J/cm2.

Figuur 4.6: Variatie van instraling over de lange termijn (horizontaal) en over het jaar (verticaal) vanaf 2000 in J/cm2.

De variatie van zonduur in uren per dag over de jaren en seizoenen is zichtbaar in figuur 4.7.

Variatie van instraling over de lange termijn (horizontaal) en over het jaar (verticaal) vanaf 2000.

Figuur 4.7: Variatie van instraling over de lange termijn (horizontaal) en over het jaar (verticaal) vanaf 2000.

4.4 Neerslag en verdamping (neerslagoverschot)

De variatie van neerslag in uren per dag over de jaren en seizoenen is zichtbaar in figuur 4.8.

Variatie van maandgemiddelde neerslag (som etmaal) over de lange termijn (horizontaal) en over het jaar (verticaal) vanaf 2000 in. Het station dat aangegeven wordt als Wilhelminadorp2 is KNMI station met code 749.

Figuur 4.8: Variatie van maandgemiddelde neerslag (som etmaal) over de lange termijn (horizontaal) en over het jaar (verticaal) vanaf 2000 in. Het station dat aangegeven wordt als Wilhelminadorp2 is KNMI station met code 749.

De variatie van verdamping in uren per dag over de jaren en seizoenen is zichtbaar in figuur 4.9. De neerslag- en verdampingsgegevens worden onder andere gebruikt voor de waterbalans van het Veerse Meer (zie paragraag 6.2).

Variatie van verdamping (Referentiegewasverdamping (Makkink)) over de lange termijn (horizontaal) en over het jaar (verticaal) vanaf 2000 in mm per dag.

Figuur 4.9: Variatie van verdamping (Referentiegewasverdamping (Makkink)) over de lange termijn (horizontaal) en over het jaar (verticaal) vanaf 2000 in mm per dag.