3 Gebiedsbeschrijving en beheer

3.1 Korte historie van het Veerse Meer

Situatie vóór gebruik doorlaatmiddel

Het Veerse Meer is een kunstmatig meer. Het werd aangelegd in 1960/1961, toen er nog van uit werd gegaan dat de Oosterschelde een (zoet) meer zou worden zonder getij. Door de koppeling aan de Oosterschelde dat met de aanleg van de Oosterscheldekering een zout getijdensysteem is geworden, is het water in het Veerse Meer brak geworden. Het Veerse Meer is zelden zouter geweest dan 10 g Cl-/l. en de bovengrens van de brakwater ligt op 10 g Cl-/l. Op basis van de soorten bodemdieren die in het Veerse Meer algemeen waren, moest het meer eerder gekwalificeerd worden als verarmd marien dan als brak.

In het meer werd een tegennatuurlijk waterpeil gehandhaafd: in de zomer hoger dan in de winter. Het lage winterpeil werd gekozen om water uit de omliggende polders te kunnen lozen (uitslaan) op het meer. In de winter functioneerde het Veerse Meer kortom als ontvangend oppervlaktewater voor overtollig regenwater. Naast de functie ‘ontvangend oppervlaktewater’ zijn de volgende functies aan het meer toegekend: landbouw, natuur, recreatie, schelpdierteelt, scheepvaart en wonen. In de jaren na het ontstaan van het Veerse Meer is het hele gebied zodanig ingericht en beheerd dat de verschillende functies allemaal zo goed mogelijk tot hun recht kwamen. De functies gingen over het algemeen in goede harmonie samen. Dat komt deels door de scheiding die de seizoenen teweegbrengen. “In de zomer is het meer voor de recreanten, in de winter voor de vogels.”

Voor de situatie met doorlaatmidel (Katse Heule), was de waterkwaliteit, met name de geur en het doorzicht, echter slecht en dat had een negatieve invloed op de belevingswaarde van gebruikers en recreanten. Door de hoge belasting van nutriënten die met het polderwater in het meer kwamen, ontstond in het meer vaak een overmatige groei van algen. Zeesla werd daarbij als hinderlijk ervaren. Vooral als het waterpeil voor de winterperiode was verlaagd, zorgden grote massa’s afgestorven, rottende zeesla voor stankhinder (Holland et al. 2004).

Situatie na gebruik doorlaatmiddel

Om de negatieve processen voor de waterkwaliteit en ecologie tegen te gaan, is in 2004 een doorlaatmiddel in gebruik genomen waardoor betere wateruitwisseling tussen de Oosterschelde en het Veerse Meer mogelijk werd. Dit doorlaatmiddel in de Zandkreekdam, in de vorm van twee openingen van 5,5 bij 3 meter en 82 meter lang, kwam op de plaats van de twee laatste caissons in de Zandkreekdam die in 1960 voor de afsluiting van de Zandkreek hadden gezorgd. Het doorlaatmiddel maakt een wateruitwisseling van gemiddeld 40 m3/sec mogelijk. Het doorlaatmiddel heet de ‘Katse Heule’ en is vernoemd naar het nabijgelegen dorp Kats en het woord ‘Heule’ dat Zeeuws is voor waterdoorlaat (Figuur 3.1). Het beheer is gericht op zoveel mogelijk uitwisseling via de Katse Heule binnen de grenzen van het peilbesluit (zie ook infographic in figuur 3.1). De inbreng van Oosterscheldewater heeft het zoutgehalte laten stijgen en het zuurstofgehalte in diepere delen van het meer gedurende de zomer verhoogd (Craeymeersch en De Vries 2007). Het doorlaatmiddel in de Zandkreekdam is de waterkwaliteit van het Veerse Meer ten goede gekomen en het aantal mariene soorten is weer toegenomen door het verhoogde en meer stabiele zoutgehalte (14-16 g Cl-/l) Hoewel de waterkwaliteit is verbeterd, blijft het de vraag of dit herstel volledig zal doorzetten. Zeegras komt niet meer voor en het is onzeker welke vestigingscondities ontbreken. Een complicerende factor is daarnaast de massale invasie toename van Japanse oesters die mogelijk andere filtrerende bodemdieren verdringen, een laag van schelpenmateriaal achterlaten en een goed substraat vormen voor de ontwikkeling van meerdere wierensoorten.

ligging van het doorlaatmiddel tussen Oosterschelde en Veerse Meer, de Katse Heule.

Figuur 3.1: ligging van het doorlaatmiddel tussen Oosterschelde en Veerse Meer, de Katse Heule.

De bekkenrapportage Prins et al., 2015 geeft veel van bovenstaande informatie in gestructureerde vorm weer. Verder geven Wijnhoven et al. (2009) een overzicht van de verbeteringen van de waterkwaliteit in de eerste jaren na de ingebruikname van de Katse Heule.

https://www.deltaexpertise.nl/wiki/index.php/VM_Het_Veerse_Meer_VN

3.2 Kunstwerken

Onderstaande kaart en lijst met kunstwerken is betrokken van het Nationaal Georegister

Tabel 3.1: Lijst met kunstwerken en beheerder. Bron is nationaalgeoregister.
KD_NAAM TOETSOBJEC VB_WK_NA BEHEERDER
Katse Heule waterkerend kunstwerk Zandkreekdam RWS Zeeland
Zandkreeksluis waterkerend kunstwerk Zandkreekdam RWS Zeeland
Onrustpolder waterkerend kunstwerk nvt Waterschap Scheldestromen
Jacobapolder waterkerend kunstwerk nvt Waterschap Scheldestromen
Jacoba waterkerend kunstwerk nvt Waterschap Scheldestromen
Kamperland waterkerend kunstwerk nvt Waterschap Scheldestromen
Willem waterkerend kunstwerk nvt Waterschap Scheldestromen
Kortgene waterkerend kunstwerk nvt Waterschap Scheldestromen
Adriaan waterkerend kunstwerk nvt Waterschap Scheldestromen
Kleverskerke waterkerend kunstwerk nvt Waterschap Scheldestromen
Kanaal door Walcheren waterkerend kunstwerk nvt Provincie Zeeland
Oostwatering waterkerend kunstwerk nvt Waterschap Scheldestromen
suatiesluis De Piet waterkerend kunstwerk nvt Waterschap Scheldestromen
De Piet waterkerend kunstwerk nvt Waterschap Scheldestromen
Oosterland waterkerend kunstwerk nvt Waterschap Scheldestromen
Wilhelmina waterkerend kunstwerk nvt Waterschap Scheldestromen

Katse Heule doorlaatmiddel

Voor meer informatie over de werking ervan wordt verwezen naar de desbetreffende pagina op de delta expertise wiki

Informatie over de door Rijkswaterstaat beheerde kunstwerken is te vinden via onderstaande links.

Veerse Gatdam

Zandkreekdam